Deze website maakt gebruik van cookies. Waarom? Klik HIER voor meer informatie.
Sluit

Grotere premieverschillen of onduidelijkheid over dagwaarde


Nieuwe bevindingen op de verzekeringsmarkt: Uit een meting van het Verbond van Verzekeraars blijkt dat de verschillen tussen de hoogste en de laagste premie van meerdere verzekeringen het afgelopen jaar groter zijn geworden. Een ander onderzoek toont aan dat er, met betrekking tot de inboedel- of reisverzekering, vaak veel onduidelijk is over de dagwaarde van spullen.

De premieverschillen die zijn groter geworden, betreffen de opstalverzekering, de inboedelverzekering en de aansprakelijkheidsverzekering. Het verschil bij de overlijdensrisicoverzekeringen en WA-verzekeringen voor motorvoertuigen is gelijk gebleven. Dit blijkt uit de tweede Solidariteitsmeter van het Verbond van Verzekeraars. Dit is een manier om de verzekerbaarheid van consumenten te analyseren. Op basis van deze tweede meting is het nog niet mogelijk conclusies te trekken over de ontwikkelingen. Dat kan wanneer er gegevens bekend zijn over meerdere jaren.

Dagwaarde

Een andere bevinding op het gebied van verzekeringen is dat maar de helft van de aanbieders van inboedel- of reisverzekeringen duidelijke en vindbare informatie over afschrijvingslijsten geeft. Die lijsten bepalen de dagwaarde van spullen. Als een consument een dergelijke lijst niet heeft, weet hij niet hoe de dagwaarde wordt berekend. De afschrijvingsduur en het afschrijvingspercentage (en daarmee ook de schadevergoeding) kunnen erg verschillen per verzekeraar.

Verschillende restwaardes

Voorgaande met betrekking tot de dagwaarde concludeert het onderzoek van Stichting toetsing verzekeraars naar de claimafhandeling van verzekeraars met het Keurmerk Klantgericht Verzekeren. Uit het onderzoek blijkt verder dat vijf van de veertien inboedel- en reisverzekeraars in de afschrijvingslijsten concrete informatie over de restwaarde (altijd blijvende waarde) van spullen geven. De veertien verzekeraars hanteren onderling verschillende restwaardes: een hanteert 10 procent van de nieuwwaarde, een ander 15 procent en drie rekenen 20 procent. Twee verzekeraars berekenen voor sommige spullen restwaarde, maar het is onduidelijk voor welke spullen dat geldt en tegen welk percentage. Bij de overige verzekeraars is niets bekend over restwaarde.